Will heeft er zijn hele leven al van gedroomd om een ridder te worden, net als zijn vader. Will heeft zijn vader en moeder nooit gekend. Hij weet alleen dat zijn vader een held is. Will is toen hij klein was in het weeshuis gezet. Niemand weet door wie, denkt Will.

Als hij oud genoeg is gaat Will naar de Ridderschool van kasteel Redmont om ridder te worden. Hij wordt hiervoor afgewezen maar Halt (de mysterieuze jager) wil Will wel als zijn leerling hebben als jager. Will traint hard en hij moet leren paardrijden op zijn pony trek.

Na zeven maanden als Will goed genoeg is als Jager gaat hij met Halt naar een jagervergadering. Hier ontmoet hij de vorige leerling van Halt, Gilian. Op deze vergadering komen ze te weten dat Morgarath de oorlog heeft verklaard. Morgarath is de koning van het gevreesde rijk van nacht en ontij.

Will ontdekt dat Morgarath de koning wil vermoorden met een kalkara, een beest van twee meter lang met haren als schild. Halt, Gilian en Will moeten de kalkara’s gaan doden. Het zijn er twee. Net op tijd schiet Will de laatste Kalkara dood met zijn pijl en boog. Halt vertelt dat Will zijn vader hem vroeger heeft gered en daardoor zelf is dood gegaan.